Over de geschiedenis van Shanty liederen

Nederland heeft een lange scheepvaarttraditie.
In de 17e eeuw (gouden eeuw) kwam de scheepvaart tot bloei (VOC). Nederland nam een vooraanstaande positie in wereldwijd. Maar het leven was hard aan boord. In die tijd was het voedsel eenzijdig en dit leidde vaak tot ziektes en sterfgevallen. Zeereizen duurden soms meerdere jaren.

Slavenhandel was in de 17e en 18e eeuw heel normaal. Daar kwam in de 19e eeuw een einde aan.

De liederen die wij zingen zijn in die eeuwen ontstaan. Het taalgebruik is soms ruw en soms ook verbasterd. Bemanningen bestonden uit mannen uit vele landen en mixten het Nederlands of Engels vaak met woorden uit hun eigen taal. Zeelieden werden daarom ook vaak John of Joe genoemd.

Er werd veel over zeehelden en over de zeevaart gezongen. Maar dat zijn geen Shanty liederen. De Shanty’s  zijn liederen die door de bemanningen aan boord werden gezongen. Naast het feit dat het plezierig is om te zingen, hadden de liederen ook een doel. Onder andere om het zware werk te verlichten. Bijvoorbeeld als het anker opgetrokken moest worden of de zeilen gehesen.
In de 19e eeuw bloeide de zeilvaart opnieuw op. (1820 tot ongeveer 1870). Na 1870 maakte de komst van de stoomschepen een eind aan de zeilvaart met zijn romantiek, maar ook met zijn hardheid.

Meer over shanty’s
Uitspraak:
Shanty spreek je uit als ‘sjentie’

Oorsprong

De oorspronkelijke betekenis van het woord shanty is waarschijnlijk ‘negerhut’. Ook de schepen, die vroeger negerslaven vervoerden, werden shanty’s genoemd, naar de krottenwijken met negerhutten waar de slaven vandaan kwamen. Na afschaffing van de slavernij vonden veel van deze negers werk bij de koopvaardij en zongen daar hun liedjes. Deze songs werden door Europese zeelui (vooral Ieren en Engelsen) gemengd met bekende volksliedjes. Uit die combinatie zijn de zeemansliedjes ontstaan die we shanty’s noemen. Van veel shanty’s heeft de melodie een Afrikaanse oorsprong; de negerslaven hebben voor de overlevering ervan gezorgd.

Inhoud

De zee en het schip vormden  de inspiratiebron voor twee onbereikbare zaken, waar de zeeman van droomde en wild over fantaseerde: drank en vrouwen. Of daarom een schip vrouwelijk is weet ik niet.  De thema’s  drank en vrouwen zijn in veel shanty’s terug te vinden. Shanty’s fungeerden als uitlaatklep voor een naar de huidige maatstaven beestachtig hard en ruig  bestaan. Er zijn van verscheidene liedjes dan ook vaak twee versies: één die tijdens het werk op zee werd gezongen en één die werd gezongen als er ’vrouwvolk’ of hoog bezoek aan boord kwam. Ook kwam het wel voor dat de schunnige woorden in een lied niet werden gezongen maar gefloten. De tekst van shanty’s – zoals die vandaag de dag worden gezongen – is vaak nóg redelijk dubbelzinnig, maar desondanks bijna niet vergelijkbaar met de rauwe teksten van vroeger.

Begeleiding

Voor de instrumentale begeleiding gebruikte men in eerste instantie meestal een viool en/of een fluit. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw kwam daar ook de trekzak of harmonica bij. Maar bij gebrek aan muziekinstrumenten werd ook wel geïmproviseerd met vaten, blikken en bestek.

Straffeloos zingen

Lijfstraffen waren vroeger aan boord niet ongebruikelijk. Regel was echter, dat hetgeen je zong niet tegen je kon worden gebruikt. Zo zijn er teksten gemaakt over de slechte omstandigheden en over het gedrag van de kapitein e4n/of de officieren. Matrozen zongen deze teksten om hun frustraties af te reageren, zonder dat zij daarvoor konden worden gestraft.

Soorten Shanty’s

Shanty’s zijn werk-ondersteunende liederen, maar elk soort samenwerking aan boord vraagt zijn eigen ritme en tempo. Daardoor zijn er ook verschillende soorten shanty’s ontstaan, die er – bij de betreffende werksoort – voor zorgden dat iedereen op hetzelfde moment zijn kracht inzette. Voor de mannen was dat hard werken, maar een sterke tekst hield de stemming erin. Eigenlijk zijn er twee soorten Shanty liederen. De werkliederen en de forebitters. De forebitters werden ook wel forcastles genoemd. De forecastle was het verblijf van de matrozen.

Capstan Shanty:
De capstan (kaapstander) shanty werd gebruikt voor eentonig terugkerend werk zoals het ophalen van het anker. Door de kaapstander werden zware stangen geplaatst en dan werkte hij als een tredmolen.

Long haul shanty:
Ook wel halyard shanty genoemd.  Deze waren voor zwaar inspannend werk zoals het hijsen van de zeilen.  Hiervoor moest de shanty  rust geven tussen het trekken. Meestal heeft deze shanty na iedere regel een refreinregel.

Short haul shanty:
Het woord zegt het al. Deze shanty werd gebruikt als er met korte halen getrokken moest worden. Bijvoorbeeld bij het inkorten van de zeilen.(Geien) Hierdoor werd het zeiloppervlak kleiner . Bijvoorbeeld nodig bij sterkere wind.

Pompshanty:
De houten zeilschepen maakten nogal eens water. Hoewel bijvoorbeeld de Hollanders goede technieken hadden om dit te voorkomen.(Breeuwen) Kwam er door het krimpen en uitzetten van het hout toch water binnen. En dat water moest er weer uit.

Whaling shanty:
Het werk en leven aan boord van een walvisvaarder was zwaarder en ellendiger dan op welk schip ook. De zeereizen duurden meestal twee tot drie jaar en het stonk overal naar de tranige walvisolie. De jacht zelf wer in kleine sloepen gedaan en de grote staart van de walvis heeft menig zeemansleven beeindigd.

Forebitters:
Zoals gezegd de liederen die in de vrije tijd gezongen werden of bij windstilte. De liederen gingen vaak over de mooie meisjes in de havenplaatsen, de drank. Maar ook over de slechte omstandigheden aan boord. Rolling down to old Maui is zo’n forebitter.